In het algemeen is de regel dat eerst en vooral de bovenkant van een brander volledig bedekt is met stenen. Op die manier zal de door de brander geproduceerde hitte niet vervliegen maar volledig door de stenen worden geabsorbeerd. De hitte zal geleidelijk vrijkomen, kwestie van op een comfortabele manier van je sauna te kunnen genieten. Op die manier kan je ook als je er water over giet, stoom genereren. Als je saunastenen niet op de brander rechtstreeks maar op een grill of in een mand liggen, wordt het moeilijker de temperatuur goed onder controle te krijgen en stoom te maken.
Het is belangrijk stenen te kiezen van een hoge kwaliteit want ze dienen nogal wat temperatuurs- en vochtigheidswisselingen kunnen doorstaan. Stenen voor in de sauna zullen mettertijd breken en verkruimelen. Ideaal is om te kiezen voor de sterkste stenen zodat het desintegreren zo langzaam mogelijk gebeurt. Want gebroken en verkruimelde stenen houden de warmte niet zo goed meer bij en beperken een goede stoomproductie. Uiteindelijk kunnen ze zo verbrokkelen dat er stukjes in de brander terecht komen en op die manier beschadigen.
Kwarts- en ijzerstenen of stenen met hoge kwarts- of ijzerwaarden produceren veelal weinig stoom als er water over wordt gegoten. Andere stenen kunnen dan weer giftige dampen afgeven of ruiken niet lekker. Er zijn zelfs stenen die kunnen exploderen en op die manier gevaarlijk zijn. Daarom kies je voor kwaliteitsstenen die uiterst geschikt zijn voor in de sauna. Vraag er om bij je saunaverdeler.